Ik ben in 1954 in ‘s-Hertogenbosch geboren als tweede in een gezin met vijf kinderen. In ons huis hingen naast stillevens en reisimpressies ook veel portretten, die mijn vader geschilderd had. Wat vertelden deze gezichten in olieverf, die in bijna alle kamers naar me keken? Ik werd nieuwsgierig naar wie er ‘achter die ogen zat’, het verhaal van die persoon.
Door mijn studie over de kiembladtheorie en de psychognomie bij Anette Müller (1949 – 2010) kwam ik meer te weten over mezelf. Ik heb in 2001 het boek “Ik zie het aan je” in beperkte oplage uitgebracht en in 2009 is er een uitgebreidere versie uitgegeven, om iedereen de mogelijkheid te bieden meer over zichzelf te leren. Het is een theoretisch naslagwerk geworden met veel illustraties. Praktische oefeningen zijn daarbij minstens zo belangrijk.
Tijdens mijn werk als vakleerkracht muziek en onderwijzeres heb ik zo’n veertig jaar het ontwikkelings- en denkproces van jonge mensen meegemaakt. Iedereen is uniek, heeft zijn eigen talenten, behoeften en verlangens. Een mens groeit en ontwikkelt zich op alle gebieden en een karakterschets zal moeten meegaan met deze ontwikkeling.
Door mijn ervaring en kennis op het gebied van gelaatkunde en onderwijs kan ik particulieren en professionals effectief informeren over het welbevinden en de karaktereigenschappen van zichzelf, cliënten, collega’s, leerlingen en relaties.
Daarom heb ik na ruim 25 jaar actief bezig te zijn geweest met de karakterkunde een nieuw boek geschreven met nog veel meer theorie, praktijk en oefeningen.
De titel luidt “Wij zijn een open boek”.
“Ik zou willen dat deze praktische karakterkunde leidt tot meer verbondenheid tussen mensen.”